BOX III: kom je in actie, of niet?

In de afgelopen jaren is de belastingheffing over het box III – vermogen flink gestegen. Gelukkig kan voortaan gekozen worden wat het voordeligste is:

• betaal je belasting over het forfait rendement;
• of betaal je belasting over het werkelijke rendement?

Wanneer het werkelijke rendement lager is dan het forfait rendement, kies je uiteraard voor het echte rendement. Maar als het echte rendement hoger is dan het forfait rendement, dan hoef je niets te doen. Dan betaal je automatisch belasting over het forfait rendement.

Vanaf heden geldt deze keuze ook met terugwerkende kracht tot het jaar 2021. Vanaf het jaar 2021 kan per jaar gekozen worden om te profiteren van het werkelijke rendement. Voor beleggers geldt dit tenminste voor het jaar 2022, toen negatieve rendementen op de kapitaalmarkten werden gerealiseerd. Voor spaargeld en (verhuurde) huizen kan ook gekozen worden voor meerdere jaren. Daartoe moet dan het formulier “Opgaaf Werkelijk Rendement box 3” worden ingevuld. Dit formulier is te vinden na het inloggen op de website van de Belastingdienst, onder het kopje van de Inkomstenbelasting en per belastingjaar kan dit desgewenst worden ingevuld en ingediend.

Voordat het formulier ingevuld kan worden, is het verstandig om eerst het voorbereidende werk te doen. Voor bank- en spaarrekeningen moet per rekeningnummer de daadwerkelijk ontvangen rente worden opgegeven. Dit kan eenvoudig worden opgezocht in de jaaropgaven van de bank. Bij beleggingen is er meer werk nodig om te komen tot een berekening van het werkelijke rendement. Hoe wordt dit dan berekend en wat moet derhalve tevoren worden opgezocht. Daarvoor biedt dit overzicht houvast (invullen per beleggingsrekening, per kalenderjaar).

Voor het bepalen van (on-) gerealiseerde waardeveranderingen van box 3 – woningen wordt aansluiting gezocht bij de WOZ-systematiek. Als beginwaarde geldt de WOZ-waarde die voor het heffingsjaar is vastgesteld: waardepeildatum per 1 januari van het voorafgaande kalenderjaar. Bij een aankoop of verkoop in de loop van het jaar, wordt de waardeverandering naar tijdsevenredigheid aan de verkoper resp. de koper toegerekend. Onderhoudskosten worden niet gezien als een storting.

In het formulier voor de berekening van het werkelijk rendement wordt geen rekening gehouden met kosten en ook het heffingsvrije vermogen speelt geen rol. Een ander nadeel heeft betrekking op de situatie van een (werkelijk) negatief rendement over een jaar. Dan wordt het werkelijk rendement gesteld op nihil; er is geen sprake van een verliescompensatie.

Mocht u vragen hebben of hulp nodig hebben voor het invullen van het formulier, neem dan gerust contact met mij op.

’s-Graveland, augustus 2025
Verwoerd Financial Life Planning
info@verwoerdflp.nl